Een taalkronkel in het Belgische politieverhoor

Een taalkronkel in het meertalige politieverhoor in BelgiëGent, 28 juni 2016, Isabelle Bambust  -  Beste tolk, op 10 mei 2016 heb ik het geluk aan de Universiteit Gent te kunnen deelnemen aan de les deontologie van de tolk van professor Hildegard Vermeiren. Gastspreker is erepolitiecommissaris Dirk Rombouts. Hij legt met veel enthousiasme en passie en met een briljante zin voor de praktijk verschillende aspecten van het meertalige politieverhoor, de rol en de deontologische code van de tolk bloot. (1)

Erecommissaris Rombouts geeft de voorzet voor dit artikel. Want ik wist helemaal niet dat de ondervraging van een anderstalige volgens het Belgische recht ook anders kan verlopen dan met een tolk. Die andere mogelijkheden doen mijn wenkbrauwen fronsen. Volgens mij brengen ze de rechten van verdediging van de ondervraagde in gevaar.

In dit artikel wil ik dan ook pleiten voor het feit dat alleen u, beste tolk, voldoende garanties op een volwaardig verhoor van de anderstalige kunt bieden.

 


Drie manieren om een anderstalige te ondervragen

Het Wetboek van Strafvordering bevat de regels van het formele strafrecht (of nog, van het strafprocesrecht). Dit zijn regels die gaan over hoe misdrijven worden opgespoord, vervolgd, berecht, over hoe de straf wordt uitgevoerd, en over de rechten en plichten die betrokken partijen daarbij hebben.

Artikel 47bis punt 5 van dit Wetboek van Strafvordering gaat over de ondervraagde persoon die zich gedurende het politieverhoor in een andere taal dan de proceduretaal wenst uit te drukken. De wetsbepaling beschrijft drie mogelijkheden.

Een eerste mogelijkheid is de tussenkomst van een tolk.

Een tweede mogelijkheid bestaat erin dat de politie-ondervrager zelf de verklaringen van de ondervraagde in de taal van de ondervraagde noteert.

Een derde mogelijkheid is dat de ondervraagde wordt gevraagd zelf zijn verklaring in zijn eigen taal te noteren.


Een kritiek op de drie manieren van ondervraging

Mijn voorkeur gaat uit naar de eerste mogelijkheid, waar een kwalitatieve tolksetting de meeste garanties op een afdoende taalbescherming kan bieden.

De derde mogelijkheid is problematisch, omdat zij eenvoudigweg het risico inhoudt niet gepaard te zullen gaan met een grondig verhoor. Het verhoor blijft immers beperkt tot een eenzijdige geschreven verklaring in de eigen taal. Ook rijst de vraag in welke taal de ondervraagde aangemoedigd zal worden om die verklaring te doen.

De tweede mogelijkheid – de politie-ondervrager noteert zelf alles in de taal van de ondervraagde – is volgens mij ook erg lastig. Hierna kaart ik drie moeilijkheden aan.

Aanvullende gegevens