Antwerpen
Na enkele maanden vertrokken moeder en ik naar Antwerpen om er bij familie te verblijven. De omgangstaal in de familie was Twi; Ghanezen onder elkaar spreken nooit Engels.

Toen ik twee was, ging ik in Antwerpen voor het eerst naar de kleuterschool. Daar leerde ik mijn nieuwe omgevingstaal (het Nederlands) kennen. Mijn moeder sloot in die periode ook vriendschap met een van haar eerste Belgische vrienden. Hij bracht ons wat Nederlands bij. Hij en moeder spraken Engels met elkaar. Hij sprak wel Nederlands met mij.

Toen ik vier was leerde moeder mijn stiefvader (Belg) kennen. Hij sprak zo goed en zo kwaad als hij dat kon Engels met mijn moeder en sprak Nederlands met mij.

Naarmate moeder wat Nederlands bijleerde, probeerde ze ook in gebroken Nederlands met mij te praten. Een van de typische dingen die ze in het Nederlands probeerde te doen was vragen naar het verloop van mijn dag.

Kalfort
Toen ik vijf was, verhuisden we van de stad naar een gehucht genaamd Kalfort, bij Puurs in de provincie Antwerpen. Daar ging ik naar de derde kleuterklas. Ik bleef er een jaar zitten op advies van de leerkrachten die vermoedden dat ik nog niet rijp was voor de eerste leerjaar. Omdat ik in de klas van ’89 zat, maar in januari 1990 geboren ben, had ik het misschien net iets moeilijker. Ik weet niet zeker of er toen sprake was van taalachterstand. Ik was wel bijzonder stil. Bij echte leeftijdsgenoten zitten zou me goed doen, klonk het. Ik deed de derde kleuterklas dus over. Verder ging alles z’n gewone gangetje.

Engelands
Een of twee jaar later - ik was toen 7 en zat in het eerste leerjaar - kwam mijn vier jaar oudere broer van Ghana naar Kalfort.